Afgelopen zomer heb ik na bijna 20 jaar besloten de atletiekpiste achter me te laten. Op zoek naar een nieuwe uitdaging waarin ik me met volle overgave kan storten. In 2023 heb ik kunnen genieten van enkele glansprestaties van Wim Demaeyer en mijn vriendin Katrien Verstraeten, die allebei een prachtige Marathon liepen. Daar wil ik volgend jaar ook staan! Van de 1500 meter naar de marathon is een flinke uitdaging. Niet alleen om de afstand uit te lopen, maar vooral om mijn persoonlijke grenzen echt op te zoeken die ik mee kan nemen in de coaching van de hybrid atleten.
Gedurende deze maanden heb ik mezelf opnieuw gevonden, met nieuwe perspectieven, maar ook enkele tegenslagen op het moment van de waarheid. Het zou gemakkelijk zijn om te blijven hangen in gevoelens van falen, maar ik gebruik liever deze ervaring als leermoment om volgende keer met de juiste middelen te strijden.
De start van het (Marathon) avontuur
Na een paar weken rust begon ik in september met de voorbereiding voor een marathon in april. Welke marathon? Dat wist ik eigenlijk nog niet tot in februari 😥. Gelukkig kreeg ik de hulp van Roger Königs (Wings for Athletes) om een startplek bemachtigen voor Rotterdam 2024.
Na een (korte) eerste trainingsblok van waagde ik me aan de 15 km van Dwars door Hasselt. Back to the roots, waar ik als jongetje van 12 ooit de 15 kilometer heb gelopen. Na een snelle (onstuimige) 10 km viel mijn licht al vrij snel uit en finishte ik in een tijd van 47 minuten en 24 seconden. Niet super, maar wel op het niveau waar ik wilde zijn. Ik verwachtte nog geen wonderen. Het werd een eerste (belangrijke) les dat doseren een belangrijk onderdeel is binnen het langeafstandslopen.
Eerste test op de halve marathon
Voor ik me aan de volledige marathon wil wagen, besloot ik eerst mijn waarde te testen op de halve afstand. Dit zou ook aantonen dat ik mijn startplek voor de marathon waard ben. In deze moeilijke periode voor wedstrijden (November) koos ik voor een kleinere race in Spijkenisse (NL). Mijn doel? Simpelweg zo goed mogelijk indelen en zien waar ik uitkom.
Deze race heeft me echt verrast. Vanaf kilometer 1 moest ik de hele race alleen lopen. Na 10 kilometer opende ik de gaskraan (met wat meewind) en begon ik al vroeg mijn versnelling. Op 15 kilometer was ik een minuut sneller dan bij Dwars door Hasselt (what??? 😯). Met een tijd van 65 minuten en 30 seconden (en parcoursrecord) overtrof ik op dat moment mijn stoutste dromen. Als je me vorig jaar had verteld dat ik 21,1 km tegen een tempo van 3’06” per kilometer zou lopen, had ik je voor gek verklaard. Op dat moment voelde ik me al helemaal klaar voor de volledige afstand. Al moest het lange werk nog beginnen 😉.
Een stevige covid-besmetting
Helaas werd mijn vriendin op de dag van Spijkenisse ziek, wat uiteindelijk Covid bleek te zijn. Zoals je al kunt raden, werd ik na één dag ook flink getroffen en moest ik rusten 🤒. Het eerste deel van mijn seizoen was echter al meer dan geslaagd, dus kon ik rustig genezen. Het heeft echter meer dan 4 weken geduurd voordat ik me weer goed voelde na deze infectie. Wijselijk besloot ik om de Kerst Corrida van Leuven over te slaan en mijn zinnen te zetten op 2024.
De voorbereiding richting de Marathon
Vanaf januari ben ik beginnen trainen met de Marathon in gedachten. Het volume heb ik geleidelijk aan opgebouwd over de weken. Wat voorheen moeizaam was, werd nu mijn kracht. De langere duurlopen en tempotrainingen kon ik goed aan. Ik wilde geen stappen overslaan en voerde het volume rustig op.
Toch begon ik steeds meer van mezelf te verwachten. Met een redelijke test op het Provinciaal Kampioenschap veldlopen (voor de fun 😉 en als kwalitatieve prikkel) wilde ik me voorbereiden op Schoorl, een prestigieuze 10 kilometer. Helaas moest ik vanwege een stevige verkoudheid mijn laatste (en bijna enige) wedstrijdprikkel overslaan. Niet ideaal, maar ik was er volledig van overtuigd dat ik het ook zonder specifieke voorbereiding zou kunnen. Ondanks een persoonlijk record van 30 minuten en 15 seconden was ik enorm teleurgesteld. Waarom? Ik stuitte op mijn fysieke grenzen en kon concluderen dat je echt 100% fit moet zijn om jezelf te overtreffen.
Daarmee ging ik aan de slag en herpakte ik me voor de halve marathon in Gent-Brugge. Met een 10e plaats op het Belgisch Kampioenschap en een nieuw record van 65 minuten en 16 seconden kon ik met vol vertrouwen de laatste trainingsfase ingaan richting Rotterdam 💪.
De laatste loodjes richting Rotterdam
Nu kon het echte werk beginnen. De eerste week na de halve marathon moest ik nog duidelijk wat herstellen, dus legde ik de focus op rustige duurtrainingen, met de eerste lange sessie op zondag. Over deze drie trainingsweken, met een gemiddelde van 130-140 km en drie trainingen van meer dan 30 kilometer, tankte ik enorm veel vertrouwen voor Rotterdam. Geen kwaaltjes, weinig vermoeidheid. Ik was er helemaal klaar voor!
Dan is het tijd voor de taperfase, naar verluidt niet de leukste periode en ook een gevaarlijke periode om ziek te worden. Wel, wie wordt er ziek enkele dagen later? 🙋♂️ Hoewel het na 2 dagen al beter was, kreeg ik een terugslag in het weekend. Toch heb ik geprobeerd de trainingen niet te veel te onderbreken. Ondanks dat de generale repetitie op zondag niet vlot verliep, heb ik toch vertrouwen opgedaan tijdens de laatste temposessie op woensdag. Vanaf dat moment was het aftellen tot zondag. 🏁
Rotterdam Marathon
Na een minuut stilte voor Kelvin Kiptum en de allerlaatste “you never walk alone” van Lee Towers begon mijn marathonavontuur. Ik koos voor de groep met de snelste vrouwen en enkele Belgen (Simon Mestdagh en Arne Agten) voor een tijd van 2 uur en 17 minuten, sneller dan mijn oorspronkelijke doel, maar ik was ervan overtuigd dat het mogelijk was.
Vanaf de start voelde ik meteen dat mijn benen goed zaten, maar ik moest ze inhouden om bij het groepje aan te sluiten. De eerste kilometers waren een leerproces om mijn drank goed aan te nemen. Bij de eerste drankpost verliep het niet helemaal goed, maar gelukkig kreeg ik een flesje van een Nederlandse loper 🙏. Bij de tweede post morste ik het gelletje half op mijn shirt 🙈.
Een tweede kippenvelmoment kwam aan de Slinge met al dat publiek. Het tempo ging spontaan omhoog, ook al voelde ik die versnelling helemaal niet. Tussen 15 en 20 kilometer fietsten mijn mama en zus even mee. Het zonnetje brak door!
Op 20 kilometer maakte ik misschien wel de grootste fout door het flesje over te slaan uit angst om mijn maag te overbelasten. Op kilometer 25 voelde ik mijn eerste zwakke moment en begon ik meer te snakken naar drinken.
Toen de eerste haas uitviel, ging de tweede Keniaanse haas als een speer over de Erasmusbrug. Ik besloot verstandig te temporiseren om de brug goed te overleven, maar plots viel ik alleen. Nog een brug te gaan. Mijn benen protesteerden plots, en ik besefte dat dit geen verzuring was. De bovenbenen begonnen plotseling veel pijn te doen. Het publiek sleepte me vooruit, maar ik besefte goed genoeg wat me nog te wachten stond. Op kilometer 30 wachtten mijn cafeïne gelletje en drank, hopelijk kan ik me nog herpakken 🥵.
Bij het ingaan van de Kralingse Plas werd het dan steeds stiller. Mijn benen maakten iets mee dat ze nog nooit hadden meegemaakt, ongeacht hoeveel kilometers of hoogtemeters ik had getraind. Het was de man met de hamer.
Hoe lang kon ik dit nog volhouden? Wel, blijkbaar niet heel lang meer. Op kilometer 35 probeerde ik het nog eenmaal. Hybrid-loper Wim passeerde mij en probeerde mij erdoor te sleuren. Helaas ging het niet meer, hoewel het mij op dat moment niet meer uitmaakte welke tijd ik zou halen. Op kilometer 36 moest ik de strijd staken bij een verzorgingspost. Ik voelde me onderkoeld, wankel, leeg.
Na een tiental minuten kwam ik tot mijn zinnen en besefte ik dat ik de strijd had moeten staken. Teleurgesteld dat ik al het werk en opofferingen niet heb kunnen verzilveren.
(zuur) leergeld betalen
Hoewel de teleurstelling overheerst, is het belangrijk om even terug te blikken. Ik kan alleen maar trots zijn op mijn traject richting de marathon. Nu is het tijd om te reflecteren op waar het fout is gelopen en te leren van mijn fouten. Dit avontuur heeft me doen realiseren dat de marathon geen gewone afstand is. Er zijn zoveel potentiële limiterende factoren die ervoor kunnen zorgen dat je niet het maximale uit je lichaam kunt halen. Het is leergeld dat ik graag betaal als loper, maar ook als coach. Op naar het volgende avontuur! 👋